Mijn lieve, mooie man.
Wat ben ik fier op jou. Jij draagt je aandoening zonder zeuren, zonder klagen.
Je laat ons zien dat er nog veel is om dankbaar voor te zijn. Oke, ik vermoed dat je niet alles ten volle begrijpt, maar je begrijpt en weet meer dan op het eerste zicht lijkt.
Dat zien we aan je lichaamstaal. Je laat ons wel merken wat je wel en niet wil. En gelijk heb je!
Maar om dit te kunnen interpreteren moeten we je ook wel kennen. En daarom zijn wij dan ook je klankbord. Want jij zegt bijna niets
meer…
Ik heb je zo vaak gezegd dat je niet zo luid moest spreken… maar nu moet ik vragen : “zeg het eens wat luider! Ik hoor je niet…”
Maar ik beloof je dat ik alles zal doen wat in mijn macht ligt om je te blijven verstaan. Om je te verdedigen met alles wat ik in me heb.
En om er een nog zo aangenaam mogelijke tijd van te maken. Om te genieten van de kleine dingen. Want dat leer jij ons. Gewoon
helicopterkes gooien brengt pretlichtjes in je ogen.
Dank je wel om ons te leren dat we niet de meest grootse dingen nodig hebben. Dank je wel om ons te leren dankbaar zijn voor wat
we wel nog hebben en om te genieten van fijn gezelschap. Want neen, dit mogen we niet voor lief nemen. Ook dat heb jij ons laten
zien.